Ode an den Deutschen

Schrijfcursus huiswerk – ‘typetje’ opdracht

Je kan stellen dat Duitsers al heel wat onheil over de wereld hebben gebracht. Ik heb het niet over die geopolitieke akkefietjes van de 20e eeuw, maar over het slachtafval waarvan zij beweren dat het een maaltijd is, de afgrijselijk brutale taal waarmee ze zich proberen uit te drukken en een modebewustzijn waarin zelfs Crocs een plaats hebben.

Alsof dat niet voldoende is verspreiden de meest onbehouwen exemplaren van het Duitse ras zich ook graag over de wereld om andere toeristen het leven zuur te maken. Zo had ik afgelopen weekend nog te maken met een typisch individu. Te grote lederen vest die zelfs de kwaliteitsinspectie van de Brusselse Agora galerie niet doorstaat. Onverzorgde truckersnor à la Freddy De vadder. Een kapsel die naam niet waardig. Spijkerbroek die al sinds de ondergang van het derde rijk geen wasmachine heeft gezien. Een bierbuik die een abonnement op de Oktoberfesten doet vermoeden.  En – hoe kan het ook anders – de obligate gouden ring die zijn behaarde oor versierde. Uiteraard is iedereen vrij om zich te kleden naar eigen smaak, maar al snel bleek dat ook het gedrag van onze Duitse vriend te wensen overliet.

Terwijl we als mieren stonden aan te schuiven om de lift te nemen die ons naar hogere regionen van de Eiffeltoren zou heisen vond de man het nodig om een telefoongesprek te voeren. Ik zou u vertellen waar deze ongetwijfeld met diepgaande filosofische concepten doorspekte conversatie over ging, maar ik was zo beleefd om mijn aandacht niet op de inhoud te vestigen. Het feit dat ik geen letter Duits spreek is bijzaak. Het was nochtans een opgave om het gesprek niet te volgen. De man – zich schijnbaar onbewust van de wonderen der moderne technologie – sprak zo luid dat hij rechtstreeks met zijn gesprekspartner leek te willen communiceren. Ik vermoed dat die zich in Duitsland bevond, maar op basis van het geproduceerde volume zou het ook Nieuw-Zeeland kunnen geweest zijn.

Enkele minuten na het afronden van het schijnbaar eeuwigdurende telefoongesprek was het eindelijk onze beurt om ons als vee naar de net gearriveerde lift te begeven. Dat bleek het sein voor het Germaanse schepsel om zich als een losgebroken vechtstier door de gedisciplineerd aanschuivende mensenmassa te banen, ongestoord door de opmerkingen van de slachtoffers. Ondanks het tumult slaagde ik erin om me nog net in de metalen kooi te wurmen, maar dat bleek al snel een bijna letterlijk vergiftigd geschenk. Terwijl de lift zich naar boven begaf vulde die zich met een aroma van sigaretten en nauwelijks verteerde zuurkool dat uit een of meerdere Duitse lichaamsopeningen was ontsnapt.

Ondertussen ontspon zich in mijn hoofd het plan om eens boven aangekomen een experiment uit te voeren.  De wetenschap zou er volgens mij namelijk wel bij varen om meer inzicht te krijgen in de mate waarin de bolling van een gemiddelde bierbuik wordt gereduceerd na een vrije val van een slordige 300 meter hoog. Een plan dat helaas praktisch onuitvoerbaar bleek vanwege de netten die op de bovenste verdieping boven de reling waren gespannen. De gids legde uit dat de netten dienen om wanhoopspogingen te voorkomen. Ik vermoed dat die pogingen eerder te maken hadden met het uit de weg ruimen van irritante Duitsers dan met het uit de weg ruimen van zichzelf, of dat het tweede alleen gebeurde om te ontsnappen aan het eerste.

Het ontgaat me even wie het ook weer was die het Duitse ras ooit als superieur beschouwde. Ik durf echter te vermoeden dat de persoon in kwestie een ietwat gestoorde persoonlijkheid moet hebben gehad om een dergelijk absurd wereldbeeld te onderhouden.