Het fietstochtje

Schrijfcursus huiswerk – opdracht Aristotelische structuur

Je hebt van die dagen waarop alle door de mensheid gekende natuurkrachten lijken samen te spannen om je het leven moeilijk te maken. Andy had wel vaker zo’n dagen en was er mettertijd aan gewend geraakt. Zijn motto als het weer even tegenzat: ‘Investeer je energie in de oplossing, niet het probleem’. Simpel maar efficiënt. Hij was er zo van doordrongen dat hij zelfs had overwogen om de zin op zijn onderarm te laten tatoeëren, al besefte hij gelukkig tijdig dat dat niet echt verenigbaar was met zijn boekhoudersuiterlijk en -mentaliteit. Niet verwonderlijk als boekhouder, maar toch. Hij had nog wel enkele andere voor hem ongewone ingevingen om ‘zichzelf te vinden’ tijdens de crisis die door zijn 40e verjaardag was ingeleid, maar ook van die wereldreis of motorfiets was niets in huis gekomen. Dat weekendje Normandië met zijn stilaan bejaarde ma en de eenmalig gebruikte racefiets in de hoek van de garage buiten beschouwing gelaten.

Die dag waren er gelukkig geen donkere wolken aan de hemel. De vroege aprillucht was nog fris maar rook vruchtbaar en nodigde na enkele weken grijze lucht uit tot buitenactiviteiten. En dus besliste Andy die zondagochtend om zijn €7.990 kostende Pinarello ST1 X eens kilometers te laten verzamelen in plaats van stof. In zijn felgekleurd spandexige pakje – nog pijnlijker voor de ogen dan een tattoo zou zijn geweest – trok hij zich op gang vanuit de garagebox die bij zijn appartement hoorde. Een kilometer of 20 zou zelfs ondanks een chronisch gebrek aan lichaamsbeweging toch geen probleem mogen zijn, dacht hij.

Een goede 7 km verder begon het Andy plots op te vallen dat de kleding die hij samen met de fiets had gekocht intussen niet meer dezelfde maat had als hijzelf, en hij herinnerde zich ook waarom het toen bij die ene fietstocht was gebleven. Spieren waarvan hij het bestaan nooit had vermoed leken op knappen te staan en zijn bijna paars aangelopen hoofd bonkte in zijn helm die intussen binnenin nogal sponsig begon aan te voelen. Net voor hij begon te zwalpen kon hij voet aan grond zetten bij een verlaten bankje aan de oevers van de Zenne. De rustpauze in de groene omgeving, waarin buiten het jaagpad en de bank waarop hij zat geen spoor van menselijke aanwezigheid was te bekennen, deed hem zichtbaar deugd. Hij voelde dat zijn gezicht langzaam weer een huidskleur aannam die een zeldzame voorbijganger niet in paniek naar de hulpdiensten zou doen bellen, wat op zich al geruststellend was.

Net toen hij overwoog om de terugweg aan te vatten – 14 km is ook een mooie afstand tenslotte – hoorde hij een vaag, maar duidelijk hulpgeroep uit de richting van de rivier komen. Opgeschrikt keek hij rond. Geen levende ziel te bekennen. Na een pauze van enkele seconden keerde het hulpgeroep terug, maar veel luider en dwingender. Zijn totaal gebrek aan avonturierszin negerend, begaf Andy zich door hoge gras dat de rivier omzoomde naar de waterkant, versnellend naarmate het jammerende geroep luider werd. In ademnood en lichte paniek strompelde hij uiteindelijk door het gras om in het ondiepe water op zijn knieën te vallen.

Op handen en voeten spartelde hij rond, worstelend met de gladde keien in het water, terwijl hij schichtig rondkeek op zoek naar de geluidsbron van de ellende. Zijn oog viel na een paar tellen op een zwart, rechthoekig doosje dat op een paar meter van hem in het gras lag.

Andy kroop er naartoe en keek verbaasd naar de taperecorder met daarin de ronddraaiende cassette die hij snel stopte. Terwijl hij terug op de oever klom langs het pad dat hij zonet voor zichzelf in het hoge gras had gebaand, bekijk hij het apparaatje in zijn hand en vroeg zich luidop af wat dit allemaal in hemelsnaam te betekenen had. “Waarom zou iemand zomaar een taperecorder met hulpgeroep aan de oever van de rivier leggen?  Ik kan me toch echt niet inbeelden wat je daarmee zou willen …” Net op het moment dat hij het zelf bijna had begrepen begaf hij zich weer op het jaagpad. Zijn vermoeden werd onmiddellijk bevestigd door de eigenaar van de taperecorder die een goede kilometer verder achter de bocht uit het zicht verdween op zijn Pinarello ST1 X.

Ongeveer halverwege de lange, schaamtelijke wandeltocht naar huis besliste Andy om nooit nog een activiteit te ondernemen die als sport zou kunnen omschreven worden. Hij prees zichzelf ondanks alle tegenslagen toch nog gelukkig dat hij nooit die tattoo had laten zetten en vroeg zich af of het niet tijd was voor een nieuw levensmotto. Waarna de wolken boven hem dichtschoven, en de hemelsluizen open.